
In een parfum zijn de belangrijkste noten de geurcomponenten die samen de geurontwikkeling in de tijd bepalen. Ze worden doorgaans onderverdeeld in drie hoofdcategorieën:
Topnoten (ook wel hoofdnoten)
Wat het is: De eerste geur die je ruikt zodra je het parfum opdoet.
Kenmerken: Licht, vluchtig, verdampen snel (binnen 5–15 minuten).
Voorbeelden: Citrus (zoals bergamot, citroen), aromatische kruiden (zoals lavendel, munt).
Hartnoten (ook wel middennoten)
Wat het is: De kern van het parfum, die naar voren komt als de topnoten vervagen.
Kenmerken: Rijker, voller, houden enkele uren aan.
Voorbeelden: Bloemen (zoals roos, jasmijn), specerijen (zoals kaneel, nootmuskaat).
Basisnoten (ook wel fondnoten)
Wat het is: De "achtergrond" van het parfum die het langst blijft hangen.
Kenmerken: Diep, intens, blijven uren tot dagen op de huid.
Voorbeelden: Houtsoorten (zoals sandelhout, ceder), muskus, amber, vanille.
Samenspel
Deze noten vormen samen de geurpiramide, waarbij:
Topnoten verleiden,
Hartnoten karakter geven,
Basisnoten diepte en langdurigheid bieden.